De Happiness Revival
Blij, blij, blij
Is everybody happy!!? Luidt het antwoord nee dan heb je tegenwoordig wat uit te leggen. Sterker nog: je moet je bijna schamen, verontschuldigen of verdedigen. Voor niet-gelukkig zijn, lijkt nog maar weinig ruimte. Social media is volledig in de ban van blij. Zowel thuis als op het werk moet alles onder de heppiedepeppie loep worden genomen. Onderhand ben ik zelf wat happiness-moe.
Entertainment
Begrijp me niet verkeerd. Door mijn achtergrond in positieve psychologie is de bril waardoor ik kijk wel degelijk rose met glitters. In mijn werk met millennials en genZ leg ik de focus op het versterken van positieve emoties, veerkracht en welbevinden. Termen die door de populair psychologische entertainment industrie te pas en te onpas worden aangehaald om one-size-fits-all geluksprogramma’s, zelfhulpboeken, leiderschapstrainingen door geluksprofessoren, -gurus en -profeten te verkopen. De gelukslobby draait overuren.
Onecht en vermoeiend
Maar net als ill-being – wellbeing, mindless – mindful zijn ook unhappy – happy twee uiteinden van een schaal, en niet elkaars tegengestelde. Als wetenschappelijk vakgebied erkent de positieve psychologie nadrukkelijk het bestaan van beide kanten. Altijd positief, gelukkig en blij is onnatuurlijk en vervreemd je van jezelf. Het is onecht om de hele tijd luid juichend door het leven te fladderen. Nu-even-niet hoort er gewoon bij.
De eerste geluksprofessor
Geboren voor de millennial generatie en totally genX ben ik opgegroeid met de enige echte geluksprofessor: Guus Geluk (1948). Guus is als babyboomer een kind van zijn tijd. Hij is een reactie op de na-oorlogse periode waarin opbouw, herstel van vertrouwen en grote sociaal maatschappelijke veranderingen speelden. Misschien is de happiness revival wel een heel normaal antwoord op de gekte van onze tijd. Guus mag het weten.
_______________________
Geluk zit in de genen. De ouders van Guus hadden allebei veel geluk. Daarom is hijzelf een ongelooflijke bofkont. Alles zit Guus mee: hij vindt geld op straat, wint snoepreisjes, de bingo en loterijen (vaak met een lot dat zomaar komt aanwaaien of dat hij op straat vindt). Door zijn geluks-gen is Guus wel ontzettend verwaand en hoogmoedig geworden.
Hoop op Geluk. Guus draagt altijd talismannen bij zich zoals hoefijzers, klavertjes vier en konijnenpootjes. Zwarte katten en andere ongeluksbrengers mijdt hij liever. Guus is nogal bijgelovig. Soms verliest hij een klavertje vier of andere talisman: het geluk straalt dan op de vinder af, al is het vaak voor even.
Geluk en de liefde. Net als zijn grote rivaal, Donald Duck, is Guus verliefd op Katrien. En omdat Donald altijd pech heeft, gaat Guus er vaak met Katrien aan zijn arm vandoor. Toch kiest Katrien – wanneer het erop aankomt – bijna altijd voor Donald.
Intrinsiek werkgeluk. Guus heeft een hekel aan werken voor geld en heeft dit maar 1 keer in zijn leven gedaan. Ook concurreert Guus weleens met Donald Duck om mooie baantjes zoals filmster. Weliswaar wint Guus bijna altijd van Donald, toch ligt zijn passie bij geluk en niet het witte doek.
Ongeluk. Guus’ verjaardag is zijn ongeluksdag. Dat komt doordat hij- toen hij klein was – een keer op zijn verjaardag door een bliksemschicht is geraakt. Ongeluk voelt niet natuurlijk voor Guus alhoewel hij er wel wat van opsteekt. Guus concludeert: “Het mag af en toe best een beetje tegenzitten: dat maakt het leven echter, is goed voor de veerkracht en je leert ervan”.