RRRauw!
In de rij voor de Hema Klantenservice frommel ik nerveus met het ophaalbewijs in mijn jaszak. Als ik aan de beurt ben, druk ik het resultaat van mijn knutselkunst in de hand van de verkoopster. Het zou op de balie niet misstaan als abstract origami werk. De mevrouw van de Klantenservice zoekt op alfabet. Ze komt met lege handen terug en verontschuldigt: ‘Maandag is het er vast’.
Ik voel me opgelucht. Wachten houdt belofte in en misschien haalt ons begin wel teveel weg bij het einde. Ik denk aan onze eerste date in Sonsbeek park. De zoen die de hele middag wild om ons heen vlinderde. In gedachten dreutel ik rond bij de theedoeken. Dan galmt door de HEMA: ‘Als Carina Wiegman nog in de winkel is…Je foto’s zijn gevonden’.
De fotomap voelt dik aan. Ik bescherm het als een roofvogel die de vleugels om zijn prooi slaat maar stel het plukken uit. Ik wil zo snel mogelijk naar huis. Ik zet koffie, vul de wasmachine en staar navel in de keuken. Dan ga ik ervoor zitten. Het mapje is gevuld met zwarte vlekken, overbelicht wit en onduidelijke tinten grijs. Vijf foto’s zijn gelukt waarvan drie vurige zoen-selfies.
Ik zie jou in spijkerbroek, hippie shirt en met allerlei armbandjes om de pols. We zijn op FreeYourMind. Jij bestelt bier en kijkt recht in de lens. Ik kleur frambozen rood en krijg het warm. Jij hebt duidelijk zin in mij. De andere foto is in Barcelona genomen. Het begin van al onze reisavonturen. ‘De herinnering van toen. ‘k Zou het exact zo overdoen’, zingt Anouk. Jij fluistert: ‘Echt wel, Switi’.
Op mijn eerste vakantiedag ruim ik de koelkast op. Ik heb jouw blikjes sinas, cassis en cola nog. Ze staan van de prik af. Jij had aanhoudend dorst en kon enkel koolzuur-vrij en met heel kleine teugen genieten. Geluk lacht in eenvoudig verlangen. Een groot glas cassis dat je met drie slokken leeg drinkt. In de tuin werken. Een terrasje pakken. Jou zien genieten, werd zo belangrijk voor mij.
Voordat ik naar de kust vertrek, breng ik Oma een verrassingsbezoek. Ik heb haar sinds de crematie niet meer gezien. Oma is 96, woont verzorgd en dementeert. Als ze de deur opent, kijkt ze me aan en scant mijn gezicht. ‘Ach’, zegt ze en omhelst me. Ze huilt want ze is ook zo gek op jou. Ik houd van oma. Het is speciaal dat ik door jou weer een Oma kreeg.
De avond voor D-day belde ze op. Ik had je net welterusten gekust. Oma wist niet dat je de ochtend erop zou sterven. Ze voorvoelde haar laatste kans je te spreken. Nu vertelt ze dat ze die avond nog flink met je heeft gekletst. Maar jij fluisterde toen enkel nog zachte woordjes. Oma hing op en belde mij direct in tranen terug. ‘Vertel Doom dat ik van hem houd’.
Aan de kust ben ik voor het eerst alleen op avontuur. Ik verken uitgelaten het strand, wandel rond in dorpjes en werk aan zee. Na twee dagen begin ik te sloffen. Ik ben in Schagen. In de etalageruit van de AH zie ik dat mijn schouders net zo naar de grond zijn gaan hangen als mijn haar en mondhoeken. Ik vraag me chagrijnig af wat je aan herinneringen hebt.
Die vijftien jaar samen kan ik niet meer met jou delen. Het grote en kleine dat speciaal van ons was. Naar de stad wandelen. De enorme pot Grizzly’s – zure snoep slangen – die we kochten in San Gil Colombia waar we met spierpijn in de kuiten na een plaatselijk Salsa feest op 2600 meter gingen parapenten. En jij bent ook de enige die Jeremie Piqueau kent.
We waren in Bagan, Myanmar. Jij verschijnt in mijn droom met een enorm uilskuiken. In de fysieke wereld moet afstand worden overbrugt. In dromenland ben je altijd onmiddellijk waar je wilt zijn. Energie volgt aandacht. Ik sta direct voor het grijs gevederde jong en strijk over zijn voorhoofd. Pas daarna zie ik dat het kuiken oud en wijs is. De uil stelt zich voor. ‘Mijn naam is Jeremie Piqueau’, zegt hij sjiek.
In China Town, San Francisco krijg ik een fortune cookie. A 4-wheeled adventure will soon bring you happiness. Sinds een week toeren we met een busje door California. We rijden over de Golden Gate bridge en stoppen bij de eerste de beste Walmart. Daar staat Jeremie met grijze glitter veren. Het is niet helemaal de ‘echte’ maar hij kijkt net zo adelijk, werelds en wijs. Op het dashboard lift hij mee op onze road trip vol geluk.
We hebben het allemaal zo samen beleefd. De zoektocht naar Grizzly’s in andere Latijns-Amerikaanse landen, de vrijheid van het reizen, de kabouter die volgens jouw droom linksachter in de tuin woont. Ik had niet stil gestaan bij het verstillen van de herinnering. Het naar binnen keren van onze ervaringen. Jung zegt dat wie naar binnen kijkt, ontwaakt. Uiteindelijk is het zo binnen, zo buiten.
Op het strand laat je een spoor van hartjes achter. Mosseltjes die de schelp als vleugels hebben opengeslagen. Ze liggen overal. Ik ontspan weer. Liefde is niet alleen zoet. Het komt in alle smaken. Ik spreek woensdag af met Marijke die jou al zo lang kent. Wendy & Billie zijn mijn Valentijn-dates. Ik luister naar verhalen over jou en ben dankbaar. Liefde delen kan ook met een ander. Dat neem ik als ervaring mee naar huis.
R O U W voelt verbonden met alle elementen. Op het strand battle ik tegen het geluid van de golven dat door dreunt als de slag van de paukenist. Ik schreeuw alles eruit. ‘D, waar ben je nou gebleven? Kom terug bij mij!’ Aan het eind van de week keer ik terug. Het is zonnig, windstil. De zee is rustig. Ik knijp mijn ogen dicht en luister naar het water. Met de zon op mijn gezicht ben ik terug op Koh Phangan voor de sunset. Ik wacht op jou met een grote Chang beer. ‘Ik ben hier hoor’, klinkt de zon in mijn hart.