RRRauw!
Na de lunch rijd ik uit Llanes weg omhoog naar Rumoro, het familiehuis in Asturias. Jij zit naast mij als gevoels-TomTom zodat ik intuïtief de weg naar boven kronkel. Ik schakel terug naar 1, draai links de laatste scherpe bocht in en zie Rumoro liggen. Op dat moment trekken duizenden gevoelsfragmenten als een magneet naar elkaar toe. In mijn keel ontstaat een emotionele file met een lengte van de ochtendspits in november. Ik slik niks weg, stap uit de auto en loop naar de plek waar we elkaar hebben vastgehouden bij zonsopkomst uit zee. Minutenlang huil ik als een wolf naar de hemel. Ik sta aan het begin van het einde. Hoe mijn avontuur in Asturias is geweest, beschrijf ik in het boek dat op jouw eerste sterf-jaardag verschijnt. In september ga ik terug om RRRauw! af te schrijven.
Sinds kort heb ik ‘de schrik’. Het volgt op een moment dat jij even niet in denken, voelen, doen aanwezig bent. Zo’n schrikaanval gaat als een stroomstoot door mijn hart. Dan schudt het besef dat jij dood bent als een aardbeving wakker. Het knijpt mijn keel dicht, vernauwt bewust-zijn en legt de verbinding tussen hoofd en hart tijdelijk stil waardoor alle indrukken als een deltavlieger in mijn hoofd blijven zweven. Soms ook daalt het volle besef in enkele naschokken direct naar de darmen waarna het als een emo-poepje zijn uitweg vindt. Een andere keer trekt het langzaam vanuit mijn buik omhoog. Stijgt het op als de condors in de Colca Canyon, Peru. Het duurt een tel, heel even. Voldoende lang om te herinneren hoe ik vorig jaar schrok toen ik je op de luchthaven zag na die epische tocht in de Dolomieten.
We lachen samen uitbundig om Ronald Goedemondt’s Thailand: de grote insecten, valse bamboehut romantiek en horror tocht naar één van de eilanden. Ik denk aan onze vriend Cefas die met Wendy naar Frankrijk is vertrokken om hun droom, Copia Hideaway, waar te maken. We treffen Cefas in Kuala Lumpur om erna samen naar ‘de Perhentians’ te gaan. Op het nippertje halen we de longtail speed boot die, eenmaal uit de kust, met enorme klappen op het water stuitert en je Kundalini wakker schut zelfs al ligt deze sinds het kosmische begin te slapen. De grens over per boot. In Livingston, Guatemala krijgen we een stuk plastic mee. De zee is zo ruig dat we elke tiende tel met het plastic tegen de overslaande golven schermen. We komen als verzopen katten in Belize aan, dat heerlijk land waar de nationale slogan nog altijd in mijn oren lacht als ik last heb van haast. Hey Girly, go Slow!
Ondertussen dendert het dagelijkse leven voort als de Japanse Shinkansen precies zoals het deed toen jij nog leefde. Zoveel mensen hebben van je genoten. Nu je er niet meer bent, voelt dat als vergeten. Jouw dood is slechts een speldenprik in de tijd. Het maakt me boos. Iemand die eerst over iets anders begint of aan het begin van de zin niet direct jouw naam noemt. Ik kan niet luisteren voordat ik jou heb gehoord.”Switi, niet zo boos, dat is niet goed voor je Jip & Janneke”. Jij draagt water naar mijn vuurzee. Omdat ik zoveel onrust voel, ga ik liggen voor een meditatie. De avond brengt altijd zo’n moment van stilte, naar binnen gaan en terugtrekken voor de nacht. Ik open de iPad en hoor direct wat je doet. Out of the blue klinkt ‘Por el Amor de una Mujer’. Ik giechel. Het is zo lief, zo zacht. Met tranen wieg ik mee op jouw zoet Spaanse smartlap.
Vrijdag reis ik naar Den Haag voor een cursus over het thorax gebied. Hart. Longen. Lucht. Ruimte. “Teveel vuur in het lijf”, zegt Tao Meester Ludwig met zijn inner smile. Ter demonstratie aan de cursisten trekt hij mijn ribbenkast nog wat verder open. Mijn longen voelen als een spons verdriet. Volgezogen zwaar. In de trein naar huis barst ik voor het eerst uit. De dame naast me zit aan de telefoon. Ze vuurt in hoog tempo allerlei lijstjes af, praat met opvallend veel verkleinwoorden (wat mij het akelige gevoel geeft dat ze iets engs van plan is) en gebruikt de ‘en toen, en toen, en toen…’-techniek dat wel heel natuurlijk bij het kedeng kedeng van de trein past. Ik zit onvrijwillig ingeklemd tussen raam en ratel te luisteren naar de onverteerde indrukken van een ander en bedenk dat er ook nog iemand vrijwillig (?) naar deze breinreutel zit te luisteren. De ontvanger komt er met geen speld tussen. Buurvrouw oreert aan een stuk door. Het is olie op mijn vuur.
In een poging het gekakel te overstemmen, produceer ik het eerste geluid dat in me opkomt. Ik snurk twee keer hardop wat ook in mijn oren erg kinderachtig klinkt. Buurvrouw merkt gelukkig niets. Ik herpak me en kies voor rechter door zee. “Mevrouw, wanneer is dit gesprek klaar?”. De vrouw blikt noch bloost terwijl ik hoog kokend op een wonder wacht. “Ik ben de dag aan het doornemen!”. “Nou, mevrouw, het lijkt eerder een volledig seizoen GTST!”. “Als het je stoort, ga je toch naar de stilte coupe.”. Gelijk heeft ze. Ik vertrek. De zon in kreeft maakt gevoeliger. Maar er is ook iets anders aan de hand. Als de kat aanhoudend jammert, een kind door een gesprek heen gilt of de tandarts begint te boren, trilt de scherpte van het geluid alles los. Ik voel de meridianen in mijn lijf als een snaar één voor één knappen. Het zet mijn gevoel in brand als sambal. Ik verlang naar stille wateren.
Gelukkig klinkt er tegengeluid. De stem als medicijn dat grondend heelt. Reisvriend Simon stuurt een voice message. We dansen in 2013 op een vaag feest in Arambol, India, waarna we contact houden. Met zijn prachtige yogi vrouw en schrijfster reist hij de hele wereld over. Het valt me op dat zijn stem zo rustig is. Zijn woorden vertrekken vanuit zo’n krachtige diepte. Het bericht brengt me terug bij de stilte in mezelf. Zondag word ik wakker met een voice message van Yara. We kennen elkaar (nog) niet. Het is een zacht, lief en verbonden bericht waarin woorden vanuit heelheid de intentie verbeelden. Niet alleen doordat ze onafhankelijke (mede)klinkers verbindt maar vooral doordat de klanken samen een weg dansen naar het hart om daar gehoor te vinden voor de weg die jij, ik Simon en Yara gaan. Iedere reis in de menselijke ervaring resoneert met al dat is. Dankbaar herinner ik de eerste keer dat ik jouw stem hoorde. Ik ademde in en kwam thuis.
Zondag breekt eindelijk die huilbui door. Ik sta onder de douche. Jij zit opeens op de kruk voor mij. Nadat ik op de morfine booster heb gedrukt, zeg je sinds lange tijd dat je je heerlijk voelt. Ik zie jouw kans schoon, sleep je mee en was haren, borst en rug. Jij vindt vooral het naspel heerlijk als ik je op bed in mijn flamingo fleece deken wikkel waardoor je in een keer warm wordt. Het krukje heb ik speciaal voor jou bij de Ikea gehaald. We wilden geen typische thuiszorgspullen. Op de parkeerplaats bij de Ikea zit ik in jouw lease auto te huilen. Ik denk terug aan onze Ikea-fase, de Klubbo, Bekväm en Aneboda. Ons begin. Ik droog me af en ga huilend op jouw kant van het bed liggen. Het hoofd rood betraand en met warme wangen op de buik van de koele kikker.
De maan is bijna vol is. Negen maanmaanden geleden leefde jij nog. Ik zie ons op de boot van Lombok naar Komodo genieten van de magische maanopkomst uit zee en herinner het Song Kul meer op 3000 meter hoogte in Kyrgyzstan waar de maan achter de bergen opklimt en als een schijnwerper het yurt kamp verlicht waardoor je nogal in het zonnetje wordt gezet als je ’s nachts wild plast. En Lassen national park waar ik om 4.00 am naast onze Chevy zit te bibberen bij de bloedmaan terwijl jij tevreden in de bus ronkt. Als ik in de tuin de mussen zie rond hippen, besef ik hoe fijn het is samen te lachen, leren, spelen. Ik haal zo mijn twee nichtjes van de trein. Bijna 18. Nog net geen 16. We vliegen morgenochtend naar Venetië. Misschien dat het Italiaans ijs bij Grom ook weer wat verkoeling brengt.
R O U W voelt alsof het doek opnieuw valt. Sinds Rumoro is de weg terug verdwenen. De zomer telt opnieuw jouw laatste maanden af. Ik mis de 1001 verschillende manieren waarop je naar mij kijkt. In de gang sta ik stil. Ik zie je liggen op je zij. Als ik ‘stiekem’ een foto wil maken, gluur je door je ooghoek naar mij. “Dat mag wel hoor”, fluister je voordat je weer vertrekt. Ik zou altijd voor je willen zorgen. En ik weet niet of het me weer zou lukken afscheid te nemen want ik begrijp steeds beter wat het betekent om je hand voorgoed los te laten.
In juli 2018 werd de liefde van mijn leven so far plotseling ziek. In november ging zijn euthanasiewens in vervulling. Ik schrijf over de liefde, onze magische avonturen en mandarijntjes-uit-blik. Dit is mijn verhaal over rouw.
2 comments to “RRRauw!”
Bijzonder mooi geschreven, bijna onwerkelijk, je voelt dat het echt is, knap dat je jezelf zo confronteert met je verleden.
Hey Jimmy, dank je wel. Wat een mooi compliment.