RRRauw!
Ik land zaterdag even na zes uur op Schiphol. Het miezert uitgezakt zwaarlijvig. Nederland is donker, plat en koud. Het is elf graden. Ik mok dat het op Rumoro nog licht is en minstens twintig graden. Twee keer zo warm hoor Switi, roep je. Dat kun je niet zeggen, giechel ik, temperatuur meet op interval niveau. Jij vindt dat geleerd klinken. De massa op Schiphol frommelt me ineen. Ik sta te tollen onder het treinbord, overweeg een aardbeien milkshake bij de Burger King maar sta met zulke grote ogen stil dat ik op traanvocht dreig af te drijven naar het diepste zwart in mijn pupil. Ik verzuip in de menigte, duik hooggesloten in jouw regenjas en bumper als in een flipperkast tussen het gekakel en gemier van mensen heen en weer. De volgende ochtend staar ik over de tuin. Hij is redelijk groot voor de stad. Maar na de ruimte op Rumoro voelt het alsof ik tussen de grenzen van een postzegel leef en in postzegelalbum Nederland zit vastgeplakt. Ik ren naar de Appie voor drop, kaas en hutspot. Oerdegelijk Hollandsch mood food werkt als aardstekker.
Ons huis staat in het Arnhemse Broek. Niet een fijne buurt. Maar het is wel op een heel fijne aardstraal, peace portal en knuffel vortex gebouwd. Ik heb dit huis voor jou gevonden, zeg je. Kort na je besluit voor euthanasie roep je me bij me. C, ik heb een heel mooi leven gehad maar er is één droom die ik niet vervul. Een huis voor je bouwen, vertrekken en samen oud worden. Ik pak je hand. Jouw aanraking is zo zacht dat ik het de toekomst vergeef. Je hebt wel een keer geoefend. Op Ometepe eiland, Nicaragua, vinden we geen onderdak. Het eiland heeft twee vulkanen. Op het moment dat we aankomen, vindt de jaarlijkse vulcano to vulcano run plaats waardoor geen kamer vrij is. Ik bouw een shelter voor jou, Ceetje! Op het strand ontstaat een Expeditie Robinson waardig afdak. Nou ja, in het geknutselde tochtgat waait het zo hard dat we ’s nachts onze slaapzak stevig moeten vasthouden omdat we anders over het strand kitesurfen. De nacht erop slapen we op ons luchtbed uit de wind achter een guesthouse. In de open ruimte scharrelen de sterren als kippen om ons heen.
Vanwege de release van RRRauw! zit ik bij terugkeer in een strak werkschema en dat is fijn om op te landen. Thuis gaat alles door. Ik hoor Monty regelmatig miauwen, Metropole heeft lekker dikke slagroom en alle nachten zijn voor jou. Ik droom dat je ernstig ziek bent. We zijn op een sterf festival. Jij rust. Onbekende mensen, vrienden en familieleden zweven langs je bed. Iedereen zegt dat je er goed uitziet. Een vriend merkt zelfs op dat je bent aangekomen. Mijn oren rekken uit. Met zo’n gulzige gritter is het hoogst onwaarschijnlijk dat je fysiek aan kilo’s wint. Misschien word je wel beter! Wil je een badjas? vraag ik. Bij deze vooruitgang past best een cadeau. Ik shop online en laat het mooiste exemplaar zien. Een uitvoering in antraciet dons. Je kunt er volledig in verdwijnen, zeg ik. Jij twijfelt, voelt je doodziek en ziet vooral in mij een tijdelijke opleving. Beter word je niet. Ik schrik wakker op het alarm van mijn hartkloppingen. Het is half zes. Ik knip het licht aan, kijk naar jouw lach en snuffel aan Monty’s speelgoedmuis. Het is valse hoop waar omheen zo’n krengerig luchtje hangt. Ik trek jouw Rukka thermo lange onderbroek aan, ontvlam waxine en zet thee. De Koele Kikker strekt zijn armen uit. Deze ochtend verstop ik me in bed.
Bijna ben ik één rouwjaar rond. Vier seizoenen. Eén jaarwisseling, onze speciale setjes-dagen en iedere minuut door de week, op zondag en in de rest van het weekend. Het is zoveel donkerder dan vorig jaar in oktober. Ik heb Fernweh. Arnhem perst in een leven dat niet meer past. Jouw kant van het bed, de kledingkast en mandarijntjes-uit-blik ruim ik niet op. Maar jouw as staat niet meer in de kamer. Als ik in de achterkamer aan de werktafel schrijf, mis ik iets. Het voelt raar en ik word er op zo’n hangerige manier chagrijnig van. Ik mis de foto op tafel van jou uit New York, jouw party foto en het portret waar jij zo heerlijk op lacht. Met foto werkt opgewekter. Natuurlijk ben ik bezig met weggaan. Fernweh is een chronische aandoening met Skyscanner, 3 op Reis en Lonely Planet als pleister op de wond en waarbij leren zien wat voor je ligt juist heelt. Vrijdag is jouw sterfweekdag. Ik loop naar je toe. De kaars op je nachtkastje dooft. Ik steek nieuw waxine aan en ga liggen op jouw plek. Mijn wang raakt het vlekje waar jij misschien een traan hebt gelaten en waarin zich als Rorschach test jouw onvervulde dromen manifesteren. Ik ben rustig. Het wordt helemaal licht om me heen.
R O U W voelt als Expeditie Robinson. Liefde laat onbewoond achter. Ik beproef het leven. De maan wast op vier seizoenen mee. Ik roep de zon aan als het goud van de Alchemist. Op dit eiland blijf ik nog even. Het is een survival programma, ER. Ik beleef mijn eigen Expeditie Rouw.
In juli 2018 werd de liefde van mijn leven – so far – plotseling ziek. In november ging zijn euthanasiewens in vervulling. Ik schrijf over onze liefde, reizen en mandarijntjes-uit-blik. Dit is mijn versie van rouw.
RRRauw! verschijnt op 16-11 in paperback, e-boek en audiobook
pre-order NU via http://www.rrrauw.nl