RRRauw!
Op jouw tweede sterfjaardag gaat het mis. De verbinding komt niet tot stand. Het lukt niet op facebook live voor te lezen. Ik verdenk Chiron de wounded healer die diepe wonden geneest en ervoor zorgt dat mijn rouw niet gezien wordt. Ik heb overigens zelf niets in de gaten en praat zeker twintig minuten tegen het scherm voordat het bericht ‘ik zie je niet live gaan’ voorbij komt. Ik probeer van alles, geef na drie pogingen op en ben helemaal van de leg. Het voelt alsof iemand mij met kracht de grot uittrekt, zich op het laatste moment bedenkt en mijn hand loslaat waardoor ik struikelend achterover val terug de diepte in. Chiron loopt met Neptunus en Uranus retrograde. Die laatste twee kunnen er achterwaards moonwalkend ook best wat van. Ik tijger al maanden vooruit door een met stroop bedekte tunnel terwijl de strenge lockdown in Frankrijk (ik mag alleen met officiële papieren de deur uit voor een boodschap) nog dwingender terugwerpt op het zelf. Deze herfst speelt het universum de grote review show. Hoofdprijs: de kans om uit de wond als krachtig heelmeester op te staan.
Het opaline engeltje dat voor ons laatste selfie op mijn nachtkastje staat, valt steeds om. Wanneer ik wakker word, van de wc terugkom of de slaapkamer inloop om te rommelen, tref ik het nieuwetijdssteen op de buik aan. Hoe vaak ik het ook rechtop zet. De engel lijkt wel een buikschuivende pinguin die topzwaar door jouw liefde over het ijs glijdt. Maar het zou natuurlijk ook best kunnen dat het beeldje de buik vol heeft van mijn verdriet. Eind oktober ontvang ik kosmische post. Jij fluistert dat het tijd wordt los te laten. Ik begrijp niet direct wat je bedoelt totdat je minder cryptisch uit de hoek komt. Je wilt de engelse vertaling van ons boek voor je tweede sterfjaardag. Opnieuw neem je me bij de hand mee door 15 jaar liefde, 52 weken rouw en reizen. Jij geniet voelbaar. En ik weet dat omdat je vanaf ons laatste selfie minder bezorgd naar me kijkt. Je lacht weer en stoot het engeltje niet meer om. Ik werk enkele weken met een team volgens een vast ritme. Negen uur naar bed, vier uur op. Ik draag jouw Falke snowboard sokken die ik in bed uittrek en tegen me aandruk alsof het de Koele Kikker is. ‘s Nachts schiet ik geregeld wakker vanwege de trekkracht van de maan. En het is door ons magische avontuur nog een keer te beleven dat de liefde terugkeert en zich langzaam als lichtkrans rond mijn hart vertakt. Zelfs de nieren ontspannen. Ze liggen als gezellige boontjes verliefd naar elkaar te staren, in eenheid verbonden als yin-yang.
Grief hit brutally hard the second year, besluit ik de engelse editie van onze lovestory. Jaar twee voelt als de grote ontnuchtering. Jouw fysieke nabijheid trekt uit mij weg als xtc. Ik sta op uit jouw dood alsof ik opnieuw word geboren. Op Chateau Dumas duelleert angst voor de toekomst met de realiteit van het heden in een waardig steekspel om te overleven. Het is alsof iemand mijn buik openrijt, maag, galblaas en lever eruit haalt zodat de hofnar ermee door het chateau kan jongleren. Lalalala. Jalalala. Falderalderal. Ik mopperslof door het bos rond het koetshuis op alles en iedereen en heb het heen en weer als de slingerklok met zwaargewichten van mijn opa. In de Efteling zit ik in dat misselijkmakende schip en zoek op de golven van het toelaatbare een steeds hoger punt op voordat ik omsla in de hoop een moment vrij te vallen. Ik herbeleef onze laatste maanden alsof het een cultfilm is. En ik wou dat ik nooit van je zijde was geweken maar me had vastgeplakt aan je gezicht als een uiteengespatte bel knalrose bubbelicious. Het eerste jaar ben je fysiek zo dichtbij. Maar het tweede jaar voelt als Smeagol die in de grot door zijn Precious wordt verteerd en langzaam in Gollum verandert.
Rouw is hart & hard werken. Lekker dat jij in Frankrijk zit, schrijft een kennis. En wij maar hard werken, sluit ze af. Vakantie heb ik niet. Rouw is een full-time job en heet niet voor niets verliesverWERKing. Vakantie is samen over de camping slenteren in festival walk of verdwalen omdat ik ouderwets koppig kaart blijf lezen. Vakantie is winderige zee selfies maken en ussies waarop jij tegen me aan schuurt. Ik wil niets liever dan terug naar ons werkbare leven, die 6-10 dagen en samen stamppot eten. Ik kan een rouwblooper boek vol schrijven met onbedoeld beledigende, oordelende berichten of goed bedoelde adviezen. ‘D zou willen dat je geniet in plaats van dat je blijft hangen in je emoties.’ Wat denk je van het ongelukkig geformuleerde bericht van een vriend na radiostilte. ‘Ik gaf jou meer ruimte dan mezelf. Jij bent immers zijn partner. Dus zal het voor jou wel veel heftiger zijn dan voor mij.’ Uhhh?! Tja, ik begrijp het allemaal wel. Maar mijn furby dus niet! Die haalt zonder pardon met lange, valse halen uit (note: de personen in kwestie lezen dit niet). Rouw raakt ook iets in de ander. Maar omdat ik nog met furby ben – bij wie alles ongefilterd binnenkomt – ontvang ik niet altijd zuiver. Rouw leert grote lessen. Het smeert zout in je diepste wond, rakelt mommy-daddy issues op en dramt als klein kind om aandacht en erkenning.
Nadat ik je wekenlang negeer, op Dumas rondveeg als briesende kasteelheks en niet meer kan voelen, huilen en schreeuwen, loop ik naar de Punto. Ik pak de doos met altaarspullen. Dak en deksel gaat eraf terwijl ik uitraas op Destination Unknown. Ik zie als eerste de foto-waarop-jij-zo-leuk-lacht en de mandarijntjes-uit-blik. Daarna hengel ik de bamboe vissen die jij in Bang Lampu, Bangkok van een straatkoopman kocht uit mijn bedevaartsvijver. Het hek is van de dam. Ik zie Ducche in de achteruitkijkspiegel terwijl hij me nastaart vanaf het terras. Alles komt los. De oplevering van ons huis in Arnhem. Het verstrooien van jouw as in Asturias. Monty. De geiten. Rumoro. Jij. Ik huil en schreeuw alles eruit tot grote schrik van Ventura. Het poezebeest heeft het niet zo op waterlanders. Op mijn eerste uithaal verdwijnt de kasteelkater. Ik denk aan Ducche die bij wolfs verdriet altijd troostend zijn hoofd op mijn schoot legt. Voor zonsondergang kijk ik uit over de landerijen. Ik verbeeld dat aan de horizon waar het donkergroen ophoudt de rotskust voor Llanes ligt. De zee strekt zich uit waar het wolkendek begint. Jij bent mijn thuis, tent en campertje. Ik wil dat je de laan naar het chateau inrijdt en me komt halen. Dan vertrekken we samen naar Rumoro waar het gras altijd groener is, de zee zacht ontvangt en Ducche bij aankomst jouw hand likt.
Ik klaag dat bijna vijftig geen fijne leeftijd is om weduwe te worden. Midlife is zo gesettled. Op de helft van een leven is het doorgaans volop meedraaien in werk, gezin, omgeving. Elke leeftijd heeft vast haar eigen widow challenges maar halverwege moet nog zoveel. Ik voel weduwedruk. Waarom ga je niet iets doen wat je leuk vindt?! Maar ik deed al wat ik leuk vind. Buiken masseren, schrijven en met jou over de wereld zwerven. Wat is je plan? Waar ga je wonen? Wat ga je doen? Ik moet wat gaan neerzetten, sta op de middenstip van het leven maar ben nog niet ingelopen voor die tweede helft. Ik word benauwd van dit type vragen. Soms voel ik faalangst want ik verwacht zelf ook zoveel van die nieuwe ronde. Nee, ik weet het allemaal nog niet omdat ik touwtrek, armworstel en battle met het verleden. Stiekem vond ik het zo heerlijk om tegen jou aan te vallen, schurken en leunen. Ik probeer voorlopig overeind te blijven staan op eigen benen om deel te nemen aan het heden. Jij bent in een gezellige bui. Wanneer ik de achterbak van de Punto open om er een Flow uit te pakken, springt Spin tevoorschijn.
Jij tikt op de deur. De eerste keer klinkt het geluid geduldig ver weg. De tweede keer klop je aanhoudend hard. Ik schrik wakker. Het is 2.44 uur. Kort ervoor laat je weten dat je er bent. Was je vannacht vroeg wakker? vraagt mijn droombuurvrouw. Nee, zeg ik, hoezo? Ooh, zomaar, er flikkerde licht in huis. Wanneer ik omkijk, zie ik een schim. Ik loop naar de spiegel, blaas erop en vraag, D, als jij het bent, wil je je dan kenbaar maken? Jij schrijft ‘Ja’ op de spiegel en geeft weer een licht concert. Ik zie jouw schaduw en roep heel blij, D! D! Keer op keer probeer ik je in mijn armen te sluiten om je te knuffelen maar fysiek voel ik je niet. Ik sluit mijn ogen en probeer het opnieuw totdat ik je in mijn hart voel. Plotseling sta ik voor ons huis in Arnhem. Ik loop naar binnen. Direct rechts in het voorste kamertje, zie ik jouw sporttas, de kampeerspullen en mijn fiets. Ik loop door de gang naar de keuken om een café d’amour te maken en gluur automatisch naar rechts de slaapkamer in. Daar lig jij. En ik houd zielsveel van jou. Barna brengt enkele boodschappen langs. Je ouders komen afscheid nemen. Ik kniel naast je neer, pak je hand en buig naar je toe voor die laatste zoen. En iedereen houd van jou, zeg ik in antwoord op jouw famous last words. Deze keer laat ik je echt niet gaan.
Op jouw sterfjaardag sta ik op met een lange afstandsknuffel van Barna. Zij is degene die me het laatst heeft aangeraakt en geknuffeld. Ik weet het nog precies. Het was eind augustus. Ik rijd onverwacht langs om mijn regenjas op te halen. Ik bel aan. De deur gaat open. Barna bedenkt zich niet en pakt me tegen alle coronaregels in vast. Iedereen die Barna kent, kent de knuffel. Het was er zo een. Zo’n heel stevige met zoen en nadruk. En ik herinner zo goed hoe ik me erna voelde. Zacht en dankbaar gelukkiger. Het is misschien maar goed dat corona me vasthoudt op het chateau. In ieder geval zolang de planeten retrograde bewegen. Ik duik nog wat dieper de dungeons in om te reviewen. In het engels gaat jullie verhaal de hele wereld over schrijven enkele lezers van RRRauw! Tot dat moment was ik het niet bewust. Door rouw zit ik al jaren in een lockdown. Mijn wereld lijkt zoveel kleiner geworden. Onze liefde zwerft overal en eeuwig. Die gedachten heelt. Ik stap lichter, bewuster en vrijer het derde jaar binnen. Samen met jou. De dag na jouw sterfjaardag ben ik op mijn tour de chateau. Wanneer ik langs het mariabeeld loop klinkt Jij in mij door. Ik begin te zingen, gewoon lekker hardop en steeds feller tegen de wind in die plotseling opsteekt. Het is heerlijk bevrijdend. Ik kijk niet om ook al weet ik dat jij het bent die achter me loopt, door mijn haar blaast en aan bomen schudt zodat de wind nog meer herfstkleuren over me uitstrooit. Weten dat jij er bent, is genoeg. En ik zing extra hard mee. Ja, D, zeg ik terwijl ik over de landerijen kijk en Jij wegsterft. Het derde jaar voelt nu al lichter. Alsof ik jou fysiek loslaat en omarm wat jij in mij hebt geraakt. De grote liefde die we allemaal zijn.
R O U W voelt alsof iemand jou langzaam van mijn huid afstroopt.
p.s. vandaag draait jouw playlist. Het is twee jaar geleden dat je bent gecremeerd.
Billie Jean – Michael Jackson
Fantastic Man – William Onyeabor
Spirit in the Sky – Norman Greenbaum
Leaving on a Jetplane – John Denver
Jij – Anouk
We all Complete – Rachel Portman
RRRauw! vertelt het ontroerende verhaal van een kleurrijke rouw nomade die je met de speed of love meesleept over de wereld, door een volle bak echte rouw en de liefde die met kwetsbare humor overeind blijft als twee geliefden in drie maanden tijd afscheid nemen.
p.p.s. zwerf visueel mee op Insta @carinawiegman
CARINA WIEGMAN (Groningen, 1972) reist, schrijft en masseert buiken. Ze studeerde Levensloop Psychologie aan de OU. In 2018 sterft de liefde van haar leven so far met wie ze 15 jaar over de wereld zwerft. RRRauw! is haar debuut (november 2019) dat verschenen is in het Engels (november 2020) . Momenteel schrijft ze haar tweede roman, Marathon (november 2021).
If a marathon is a battle, it’s one you wage against yourself – Haruki Murakami
#rrrauw #reizen #schrijven #bloggen #buikkracht