V R I J E R | juli 2023
Nou, dat komt niet meer goed, stel je volslagen nuchter vast. Nee, schudt de maag- darm-leverarts. Vrijdag 27 juli 2018. Ik rol je Rijnstate uit met een uiterste houdbaarheidsdatum. U moet in weken denken, zegt de MDL. Ik ben de laatste maanden onstuimig aan het wieden, pluk tegelijk de nodige mentale onkruid weg en brand me regelmatig aan een netel. Het is de helende kracht van grondwerk. Op Facebook verander ik mijn status van ‘widowed’ in ‘not specified’. De foto-waarop-D-zo-leuk-lacht, mijn rouwaltaar en ons laatste sefie blijven onuitgepakt in de doos. Mijn huis is fysiek herinnering-vrij. Ik verklaar mezelf weduwe-af.
‘s Nachts schiet ik overeind uit de herinnering aan onze liefde die in dromenland onverbiddelijk eindigt in afwijzing en verlies. In de onderstroom is rouw altijd aanwezig. Ik kom nooit over jouw dood heen, spit ik voort op m’n aardbeienveld. D dobbert niet langer op een marshmallow roze luchtbed door mijn hart. En wanneer iemand naar boven wijst, zegt dat hij nu een ster is aan de hemel, kriegelen alle haren overeind. Wat heb ik aan een vervlogen lover. Ik wil iemand – tastbaar – die afdaalt naar de aarde, naar Asturias, de plek waar ik sta. Hollywood acteurs staken, bang dat AI ze overbodig maakt. Ik snap dat al zie ik zelf ook wel de voordelen. Voor D valt het doek, dan neemt Robo-D zijn rol toch gewoon over!
Ik loop in Llanes door de ‘calle principal’ richting de brug. Voor me loopt een man die zo van achter precies D is. Ik aarzel een moment omdat ik er met mijn hoofd niet bij kan maar mijn gevoel juicht. Na bijna vijf jaar houd ik het nog altijd voor mogelijk. Misschien omdat het zo’n perfect instapmoment is. Ik heb een huis gekocht, er valt voldoende te klussen en bovendien is het zomer en staat technofestival Aquasella in Arriondas voor de deur. Ik haast me om D niet uit het oog te verliezen. Voor de brug bij El Fito stapt hij links de hoek om. Wanneer ik wil afslaan, is hij verdwenen. Voorheen was ik in huilen uitgebarsten en zou ik een troostijsje bij La Revuelta hebben gekocht – uiteraard met slagroom – nu stokt het verdriet in de keel en schieten tranen niet meer door naar de ooghoek.
Ons paarse kleed – zo’n stoer katoenen grand foulard dat flexibel inzetbaar is als strandkleed, picknicktafel of als verdoezeldoek over het bed van tien dollar hutjes – is gaar. Ik blijf stug stoppen maar het paars verpulvert als de herinnering aan ons. De zomer verloopt ‘so far’ bewolk en zonder vrolijk zonnetje zoals vorig jaar toen ik uit mijn rouwgrot kroop en voor het eerst weer zin had in mensen in plaats van geiten. Ik ga op tennisles, doe contacten op en verken de omgeving buiten mijn postcodegebied. Sinds een maand heb ik de zomerblues. Ik trek me terug, ploeg door op de plek waar ik mezelf dagelijks gelukkig knijp terwijl fragmenten uit jouw laatste zomer opwellen. Ondertussen weet Duque de weg naar Las Melendreras goed te vinden. Hij herinnert me eraan ondeugend te zijn, te blijven lachen en spelen.
“Langzaam sterft wie slaaf wordt der gewoonte, elke dag dezelfde wegen herhaalt, wie niet verandert van routine”, schrijf Pablu Neruda. Zo voelt het. Het is alsof ik langzaam verdwijn net zoals het paarse kleed. Ik zit in een rouwsleur, verslap in slachtofferschap en blijf hangen aan de muur van een doodlopende weg. Ik heb een zetje onder de kont nodig met de impact van een flinke schop om over die muur te klimmen, hem af te breken of erdoorheen te boksen. Misschien val ik op mijn plaat, ga ik onderuit maar ik kom er wel met horten en stoten. Liever later acuut dood in plaats van een leven langzaam sterven. Nu ik ‘self-proclaimed’ weduwe-af ben, past een ander verhaal, met bliksem inzichten, een nieuw begin en einde. Er was eens . . . start niet in 2004, bij onze ontmoeting met jouw dood als tragisch einde. Er was eens . . . start bij mij, op Las Melendreras of misschien wel bij het wegrijden uit Arnhem. Nee. Er was eens . . . begint gewoon hier. Nu. En vergeet niet om gelukkig te zijn, eindigt Neruda zijn gedicht.
*een heerlijke festival foto, heel wat zomers geleden.
V R I J E R is het avontuur van een kleurrijke vijftiger die zich met de speed of love losmaakt uit rouw en opnieuw begint in Asturias op zoek naar de liefde.
#VRIJER #liefde #storytelling #blog
CARINA WIEGMAN (Groningen, 1972) reist, schrijft en masseert buiken. Ze studeerde Levensloop Psychologie aan de Open Universiteit. In 2018 sterft de liefde van haar leven – so far – met wie ze 15 jaar over de wereld zwerft. RRRauw! is haar debuutroman (november 2019) en blog waarin ze 1250 dagen rouw beschrijft. Momenteel woont ze in Asturias waar ze opnieuw begint en schrijft aan Marathon, haar tweede roman (november 2023).
If a marathon is a battle, it’s one you wage against yourself – Haruki Murakami